FED 2021/34
HR, 06-11-2020, nr. 19/03369
HR 06-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1746, m.nt. mr. S. Bentohami
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. Streefkerk, Snijders, Kroeze, Sieburgh, Wattendorf
- Zaaknummer
19/03369
- Noot
mr. S. Bentohami
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS254630:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Loonbelasting / Dienstbetrekking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1746, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2019
- Wetingang
Art. 7:610 BW; art. 2 lid 1 Wet LB 1964; art. 3 lid 1 WW
Essentie
Bedoeling van partijen speelt geen rol bij de kwalificatie van de overeenkomst.
Samenvatting
Indien de inhoud van een overeenkomst voldoet aan de omschrijving van artikel 7:610 BW, moet de overeenkomst worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Niet van belang is of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. Waar het om gaat, is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.
Uitspraak
In geschil is of tussen betrokkene en de gemeente sprake is een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.