Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/1589 nadere bepalingen voor toepassing artikel 108 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (codificatie)
Artikel 271 Controle ter plaatse
Geldend
Geldend vanaf 14-10-2015
- Bronpublicatie:
13-07-2015, PbEU 2015, L 248 (uitgifte: 24-09-2015, regelingnummer: 2015/1589)
- Inwerkingtreding
14-10-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2015, PbEU 2015, L 248 (uitgifte: 24-09-2015, regelingnummer: 2015/1589)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Indien de Commissie ernstige twijfel heeft over de naleving van besluiten om geen bezwaar te maken, positieve besluiten of voorwaardelijke besluiten met betrekking tot individuele steun, stelt de betrokken lidstaat, na de gelegenheid te hebben gekregen opmerkingen in te dienen, de Commissie in staat om controles ter plaatse te verrichten.
2.
Teneinde na te gaan of is voldaan aan het besluit, mogen de door de Commissie gemachtigde ambtenaren:
- a)
alle ruimten en terreinen van de betrokken onderneming betreden;
- b)
ter plaatse mondelinge uitleg vragen;
- c)
boeken en andere zakelijke bescheiden onderzoeken en kopieën maken of verlangen.
Indien nodig kan de Commissie zich door onafhankelijke deskundigen laten bijstaan.
3.
De Commissie zendt de betrokken lidstaat tijdig een aankondiging van de controle ter plaatse, met vermelding van de identiteit van de in haar opdracht handelende ambtenaren en deskundigen. Indien de lidstaat naar behoren gerechtvaardigde bezwaren heeft tegen de door de Commissie gekozen deskundigen, worden de deskundigen in onderlinge overeenstemming met de lidstaat aangesteld. De ambtenaren van de Commissie en de deskundigen die bevoegd zijn de controle ter plaatse te verrichten, leggen een schriftelijke machtiging voor waarin voorwerp en doel van de controle zijn beschreven.
4.
Ambtenaren die gemachtigd zijn door de lidstaat op het grondgebied waarvan de controle dient te worden verricht, mogen de controle bijwonen.
5.
De Commissie verstrekt de betrokken lidstaat een afschrift van elk verslag dat ingevolge de controle wordt opgesteld.
6.
Wanneer een onderneming zich verzet tegen een controle waartoe de Commissie krachtens dit artikel opdracht heeft gegeven, verleent de betrokken lidstaat aan de door de Commissie gemachtigde ambtenaren en deskundigen de nodige bijstand, teneinde hen in staat te stellen de controle te verrichten.