Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 8.5.3.1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
De afsluiting ter hoogte van de sluitlaag wordt aangebracht door middel van cement.
2.
Het cement heeft na uitharding in de lengterichting van het boorgat een dikte van:
- a.
ten minste honderd meter; of
- b.
ten minste vijftig meter, indien het cement geplaatst is bovenop een mechanische of vaste ondersteuning.
3.
Als deze methoden tot afsluiting niet toepasbaar zijn, wordt een andere methode of techniek toegepast die leidt tot een gelijkwaardige effectieve en duurzame afsluiting.
4.
Als de uitvoerder of uitvoerder aardwarmte een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 8.5.1.4, eerste lid, onderdeel d, voor het gebruik van een ander materiaal dan cement indient, hanteert de uitvoerder zo nodig in afwijking van het tweede lid specificaties, die resulteren in een gelijkwaardige effectieve en duurzame afsluiting.