JWB 2011/325
Rechtspersonenrecht
HR 24-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1685
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 2011
- Zaaknummer
10/05072
- LJN
BQ1685
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1685, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2011
- Wetingang
Art. 2:23b lid 5 BW; art. 81 RO
Essentie
Rechtspersonenrecht
Samenvatting
Casus
Via een tijdig ingediend verzoekschrift is verzoeker in cassatie gekomen van een beschikking van het hof Arnhem. Het hof heeft in die beschikking de beschikking van een rechtbank bekrachtigd, waarin verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzet als bedoeld in art. 2:23b lid 5 BW tegen de rekening en verantwoording en het plan van verdeling met betrekking tot verweerster. Het hof heeft daartoe geoordeeld dat verzoeker niet als schuldeiser van verweerster kan worden aangemerkt, omdat hij de vordering uit onrechtmatige daad die hij op verweerster pretendeert (voor de periode 6 november 1999 tot en met 31 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.