NJ 2015/369
Incidentele vordering tot voeging; vereisten voor voeging (art. 217 Rv); belang.
HR 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2534, m.nt. Redactionele aantekening (Staat/Europese Octrooi Organisatie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02186
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Staat/Europese Octrooi Organisatie
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124089:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:57, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:917, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2016
ECLI:NL:HR:2015:2534, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2015
- Wetingang
Art. 217 Rv
Essentie
Incidentele vordering tot voeging; vereisten voor voeging (art. 217 Rv); belang.
De Staat vordert zich in dit geding in cassatie te mogen voegen aan de zijde van Europese Octrooi Organisatie. Hij stelt belang bij voeging te hebben omdat het bestreden arrest in strijd is met de immuniteit van jurisdictie en van executie die aan EOO als internationale organisatie toekomt. De Staat is verplicht de naleving te waarborgen van de volkenrechtelijke verplichtingen die voortvloeien uit de door de Staat met EOO gesloten verdragen, waaronder genoemde immuniteit. Eenieder die belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.