NJFS 2013/244
Indienen onderzoekswensen bij R-C mogelijk tot uitbrengen dagvaarding.
Rb. Den Haag 13-08-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:11349
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
13 augustus 2013
- Magistraten
Mrs. H.N. Pabbruwe, M.A.J. van de Kar, E.C.M. Bouman
- Zaaknummer
09/997571-10
13/2550
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2013:11349, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 13‑08‑2013
- Wetingang
Essentie
Onderzoekshandelingen rechter-commissaris. Bezwaarschrift tegen afwijzing verzoek aan de R-C om onderzoekshandelingen te verrichten. Hoewel in de wet niet expliciet is bepaald tot welk tijdstip onderzoekswensen aan de R-C kenbaar kunnen worden gemaakt, kan dit wel worden afgeleid uit het stelsel van de wet en de wetsgeschiedenis. Daaruit blijkt dat het vooronderzoek van de R-C eindigt door het uitbrengen van de dagvaarding, behoudens de uitzondering van art. 238 lid 2 Sv. Nu het verzoek is ingediend na uitreiking van de dagvaarding had het verzoek gericht moeten worden aan de zittingsrechter.
Partij(en)
Beschikking van de Rechtbank Den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.