RBP 2023/95
Oproeping. Op welke wijze moet een nog niet in de procedure verschenen belanghebbende worden opgeroepen?
HR 22-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1282
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
23/00465
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS937372:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1282, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2023
- Wetingang
Art. 272 Rv
Essentie
Oproeping.
Op welke wijze moet een nog niet in de procedure verschenen belanghebbende worden opgeroepen?
Samenvatting
De moeder en de vader zijn de ouders van een minderjarige dochter die onder toezicht is gesteld en uit huis is geplaatst. De dochter verblijft bij pleegouders. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot gezagsbeëindiging van de ouders afgewezen. Op het hoger beroep van de Raad voor de Kinderbescherming heeft het hof het gezag van de ouders over de dochter alsnog beëindigd. Bij de mondelinge behandeling van dit beroep waren aanwezig: de Raad voor de Kinderbescherming, de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.