RvdW 2015/236
Bijzondere voorwaarde. Kennelijk bij vergissing heeft het Hof verzuimd aan de in de bijzondere voorwaarde omschreven verplichting tot storting van een geldbedrag de voorwaarde te verbinden dat dit geschiedt ‘binnen drie maanden nadat de uitspraak vatbaar is voor tenuitvoerlegging’. De Hoge Raad verbetert de bijzondere voorwaarde in die zin.
HR 27-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:126
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, N. Jörg
- Zaaknummer
13/06349
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:126, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2803, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2014
Essentie
Bijzondere voorwaarde. Kennelijk bij vergissing heeft het Hof verzuimd aan de in de bijzondere voorwaarde omschreven verplichting tot storting van een geldbedrag de voorwaarde te verbinden dat dit geschiedt ‘binnen drie maanden nadat de uitspraak vatbaar is voor tenuitvoerlegging’. De Hoge Raad verbetert de bijzondere voorwaarde in die zin.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 25 juli 2013, nummer 21/001047-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. U. van Ophoven te Leek.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is door het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.