NJ 2015/76
Ontoereikend bewijs voorbedachte raad bij poging tot moord door brandstichting.
HR 20-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:91, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/06121
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161943:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:91, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2701, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2014
- Wetingang
Art. 289 Sr
Essentie
’s Hofs oordeel dat de verdachte, aan wie poging tot moord door brandstichting is tenlastegelegd, met voorbedachte raad heeft gehandeld, is ontoereikend gemotiveerd, nu volgens het hof de gelegenheid voor de verdachte om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en om zich daarvan rekenschap te geven, zich in het bijzonder voordeed gedurende het tijdsbestek waarin hij de benzine door de brievenbus heeft gegoten en deze benzine met een krant heeft aangestoken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 juli 2013, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.