NJ 2022/83
Verlengde invoer en vervoer van ‘zeer grote hoeveelheid’ cocaïne in Nederland. Bewezenverklaring ontoereikend gemotiveerd.
HR 08-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:152
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03791
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS636675:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:152, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1175, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑05‑2021
- Wetingang
Art. 1 lid 4, art. 2 onder A en onder B Opiumwet
Essentie
De bewezenverklaring van verlengde invoer en vervoer van een ‘zeer grote hoeveelheid’ cocaïne is ontoereikend gemotiveerd. Het hof is ten onrechte uitgegaan van de door de Belgische autoriteiten in een container aangetroffen 3.800 kg cocaïne, terwijl, na inbeslagname, feitelijk 1,5 kg in Nederland is ingevoerd en vervoerd.
Samenvatting
Het hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een zeer grote hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in art. 1 lid 4 van de Opiumwet) en heeft vervoerd.
Uit de bewijsvoering en de strafmotivering volgt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.