NJ 2014/253
Ontoereikend bewijs van ‘opzet’ op bedreiging via tonen vuurwapen.
HR 03-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1562, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. De Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
12/00409
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
J.M. Reijntjes
- JCDI
JCDI:ADS97060:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1548, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2013
- Wetingang
Art. 285 Sr; art. 359 lid 1 en 3Sv
Essentie
1. Ontoereikend bewijs dat verdachte ‘opzettelijke’ heeft bedreigd door het tonen van een vuurwapen, waartoe HR zijn arresten van HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659, NJ 2005/448 en HR 17 januari 1984, ECLI:NL:HR:1984:AC8252, NJ 1984/479) herhaalt. De bestreden uitspraak is daarom niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2. In de tenlastegelegde en bewezenverklaarde poging tot diefstal met behulp van een valse sleutel — ontvreemde bankpassen — ontbreekt de gedraging. Beroep op nietigheid van de dagvaarding vanwege onvoldoende feitelijke omschrijving kan niet voor het eerst in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.