Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2008
- Bronpublicatie:
13-12-2006, Trb. 2007, 169 (uitgifte: 11-09-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2014, Trb. 2014, 113 (uitgifte: 11-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Verdrag van 13 december 2006
Preambule
De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag,
- a.
Indachtig de beginselen vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties, waarin de inherente waardigheid en waarde en de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensheid worden erkend als de grondvesten van vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld,
- b.
Erkennend dat de Verenigde Naties in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de internationale mensenrechtenverdragen hebben verklaard en zijn overeengekomen dat eenieder aanspraak heeft op alle daarin genoemde rechten en vrijheden, zonder enig onderscheid van welke aard dan ook,
- c.
Opnieuw het universele en ondeelbare karakter bevestigend van, alsmede de onderlinge afhankelijkheid en de nauwe samenhang tussen alle mensenrechten en fundamentele vrijheden, en de noodzaak dat personen met een handicap gegarandeerd wordt dat zij deze ten volle en zonder discriminatie kunnen uitoefenen,
- d.
In herinnering roepend het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, het Verdrag inzake de rechten van het kind en het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en hun gezinsleden,
- e.
Erkennend dat het begrip handicap aan verandering onderhevig is en voortvloeit uit de wisselwerking tussen personen met functiebeperkingen en sociale en fysieke drempels die hen belet ten volle, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving,
- f.
Het belang erkennend van de beginselen en beleidsrichtlijnen, vervat in het Wereldactieplan met betrekking tot personen met een handicap en in de Standaardregels voor het bevorderen van gelijke kansen voor personen met een handicap bij het beïnvloeden van de bevordering, formulering en beoordeling van het beleid, de plannen, programma's en maatregelen op nationaal, regionaal en internationaal niveau teneinde gelijke kansen voor personen met een handicap verder te bevorderen,
- g.
Het belang benadrukkend van de integratie van aan handicap gerelateerde vraagstukken in het beleid als integraal onderdeel van de relevante strategieën voor duurzame ontwikkeling,
- h.
Tevens erkennend dat discriminatie van iedere persoon op grond van handicap een schending vormt van de inherente waardigheid en waarde van de mens,
- i.
Zich voorts rekenschap gevend van de diversiteit van personen met een handicap,
- j.
De noodzaak erkennend de mensenrechten van alle personen met een handicap, met inbegrip van hen die intensievere ondersteuning behoeven, te bevorderen en beschermen,
- k.
Bezorgd over het feit dat personen met een handicap ondanks deze uiteenlopende instrumenten en initiatieven overal ter wereld nog steeds geconfronteerd worden met obstakels die hun participatie in de samenleving als gelijkwaardige leden belemmeren, alsmede met schendingen van hun mensenrechten,
- l.
Het belang onderkennend van internationale samenwerking ter verbetering van de levensomstandigheden van personen met een handicap in alle landen, in het bijzonder in ontwikkelingslanden,
- m.
De gewaardeerde bestaande en potentiële bijdragen erkennend van personen met een handicap aan het algemeen welzijn en de diversiteit van hun gemeenschappen, en onderkennend dat bevordering van het volledige genot van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de volwaardige participatie door personen met een handicap ertoe zal leiden dat zij sterker gaan beseffen dat zij erbij horen en zal resulteren in wezenlijke vorderingen in de humane, sociale en economische ontwikkeling van de maatschappij en de uitbanning van armoede,
- n.
Het belang voor personen met een handicap erkennend van individuele autonomie en onafhankelijkheid, met inbegrip van de vrijheid hun eigen keuzes te maken,
- o.
Overwegend dat personen met een handicap in de gelegenheid moeten worden gesteld actief betrokken te zijn bij de besluitvormingsprocessen over beleid en programma's, met inbegrip van degenen die hen direct betreffen,
- p.
Bezorgd over de moeilijke situaties waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd die het slachtoffer zijn van meervoudige en/of zeer ernstige vormen van discriminatie op grond van hun ras, huidskleur, sekse, taal, religie, politieke of andere mening, nationale, etnische of sociale herkomst, vermogen, geboorte, leeftijd of andere status,
- q.
Erkennend dat het risico het slachtoffer te worden van geweld, verwonding of misbruik, verwaarlozing, nalatige behandeling, mishandeling of uitbuiting voor vrouwen en meisjes met een handicap, zowel binnens- als buitenshuis, vaak groter is,
- r.
Erkennend dat kinderen met een handicap op voet van gelijkheid met andere kinderen alle mensenrechten en fundamentele vrijheden ten volle moeten kunnen genieten, daarbij in herinnering roepend de toezeggingen die de Staten die Partij zijn bij het Verdrag inzake de rechten van het kind in dat verband hebben gedaan,
- s.
De noodzaak benadrukkend dat bij alle pogingen om het volledige genot van de mensenrechten en fundamentele vrijheden door personen met een handicap te bevorderen rekening dient te worden gehouden met het genderperspectief,
- t.
Met nadruk wijzend op het feit dat de meerderheid van personen met een handicap in armoedige omstandigheden leeft en in dit verband erkennend dat het zeer noodzakelijk is dat de negatieve gevolgen van armoede voor personen met een handicap worden aangepakt,
- u.
Indachtig het feit dat vreedzame en veilige omstandigheden op basis van eerbiediging van alle doelstellingen en beginselen vervat in het Handvest van de Verenigde Naties en naleving van de van toepassing zijnde mensenrechteninstrumenten onontbeerlijk zijn voor de volledige bescherming van personen met een handicap, in het bijzonder tijdens gewapende conflicten en buitenlandse bezetting,
- v.
De noodzaak erkennend van een toegankelijke fysieke, sociale, economische en culturele omgeving, de toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en tot informatie en communicatie, teneinde personen met een handicap in staat te stellen alle mensenrechten en fundamentele vrijheden ten volle te genieten,
- w.
Beseffend dat mensen, die verantwoordelijkheid dragen tegenover hun medemensen en de gemeenschap waartoe zij behoren, verplicht zijn te streven naar de bevordering en eerbiediging van de rechten die erkend worden in het Internationaal Statuut van de Rechten van Mens,
- x.
Ervan overtuigd dat het gezin de natuurlijke hoeksteen van de samenleving vormt en recht heeft op bescherming door de samenleving en de Staat en dat personen met een handicap en hun gezinsleden de nodige bescherming en ondersteuning dienen te ontvangen, teneinde hun gezinnen in staat te stellen bij te dragen aan het volledige genot van de rechten van personen met een handicap en wel op voet van gelijkheid met anderen,
- y.
Ervan overtuigd dat een allesomvattend en integraal internationaal verdrag om de rechten en waardigheid van personen met een handicap te bevorderen en te beschermen, een wezenlijke bijdrage zal vormen aan het aanpakken van de grote sociale achterstand van personen met een handicap en hun participatie in het burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele leven met gelijke kansen, in zowel ontwikkelde landen, als ontwikkelingslanden zal bevorderen,
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep