NJB 2015/1635:CMR. Internationaal vervoer van goederen over de weg. D draagt vervoer van Nederland naar Duitsland op aan C; C draagt het op aan B; en B aan A. Nadat A de goederen in ontvangst heeft genomen, worden ze gestolen. De Duitse rechter veroordeelt B tot betaling van schadevergoeding aan C. In dit geding zoekt B verhaal op A. HR: 1. Opvolgend vervoer. Van opvolgend vervoer in de zin van art. 34 CMR kan ook sprake zijn indien de hoofdvervoerder en mogelijke andere vervoerders uitsluitend ‘papieren’ vervoerder zijn. Niet is vereist dat in de gehele keten sprake is van opvolgend vervoer. 2. Verweer in de verhaalsprocedure. Verweer in de verhaalsprocedure is op de voet van art. 39 lid 1 CMR alleen uitgesloten indien het in de eerdere procedure is gevoerd of kon worden gevoerd