NJB 2015/1861
Vrijheidsbeperkende maatregel art. 38v lid 1 onder 1° of 2° Sr: deze kan worden opgelegd ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van het – opnieuw – begaan van strafbare feiten. Bij de afweging omtrent het opleggen van de maatregel mag de rechter acht slaan op een eerdere veroordeling van de verdachte ter zake van openlijke geweldpleging
HR 06-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2916
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05034
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2916, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1783, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2014
- Wetingang
(Sr art. 38v)
Essentie
Vrijheidsbeperkende maatregel art. 38v lid 1 onder 1° of 2° Sr: deze kan worden opgelegd ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van het – opnieuw – begaan van strafbare feiten. Bij de afweging omtrent het opleggen van de maatregel mag de rechter acht slaan op een eerdere veroordeling van de verdachte ter zake van openlijke geweldpleging
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – met anderen, op of aan de openbare weg, de Arena Boulevard, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een tot nu toe onbekend gebleven persoon, welk geweld bestond uit het geven van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.