FED 2021/58
Het verdedigingsbeginsel: de beschikbare bewijsmiddelen en de andere afloop.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Noot
dr. mr. C. Maas
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS268007:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Essentie
Het verdedigingsbeginsel: de beschikbare bewijsmiddelen en de andere afloop.
Samenvatting
Belanghebbende heeft kleding uit Jamaica in de Europese Unie geïmporteerd. Bij haar douaneaangiften heeft zij EUR.1-certificaten gevoegd. Op grond daarvan claimde zij een preferentieel tarief. De certificaten werden echter ongeldig verklaard, omdat bij een onderzoek van OLAF, het antifraudebureau van de Europese Commissie, was vastgesteld dat de oorsprong van de kleding in werkelijkheid China was. De inspecteur reikte daarom uitnodigingen tot betaling uit, zonder belanghebbende vooraf op de hoogte te stellen van zijn voornemen om dat te doen en zonder haar in de gelegenheid te stellen om op dat ...