Identiteitskaart EU-land is reisdocument cfm. art. 231 Sr.

Documentgegevens:

HR 17-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:451

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 17 maart 2020
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
Zaaknummer: 18/04180
Conclusie: A-G mr. T.N.B.M. Spronken
Noot: Red. Aant.
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS195727:1
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:451, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:61, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2019
Wetingang: Art. 4, 5 Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden; art. 231 Sr

Essentie

Identiteitskaart van een EU-land is een reisdocument in de zin van art. 231 Sr.

Samenvatting

Het begrip ‘reisdocument’ in art. 231 Sr heeft betrekking op documenten die de functie hebben om de houder ervan het reizen van en naar het buitenland, alsmede zijn verblijf daar te vergemakkelijken. Daaronder vallen ook buitenlandse reisdocumenten. Lidstaten van de EU laten een burger van de EU die is voorzien van een geldige identiteitskaart hun grondgebied binnenkomen en verlaten met een geldige identiteitskaart. Gelet hierop kan een identiteitskaart van de Republiek Slovenië, een EU-lidstaat, worden aangemerkt als een ‘reisdocument’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.