RAV 2011/87
Aanvullende verzekering. Heeft verzekerde een aanspraak uit zijn aanvullende zorgverzekering voor een behandeling die in beginsel wel maar in de gekozen specifieke vorm niet onder de AWBZ valt?
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0700
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/01216
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BQ0700
- JCDI
JCDI:ADS909007:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0700, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0700, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Bijzondere ziektekosten. Verslavingszorg. Aanvullende verzekering.
Heeft verzekerde een aanspraak uit zijn aanvullende zorgverzekering voor een behandeling die in beginsel wel maar in de gekozen specifieke vorm niet onder de AWBZ valt?
Samenvatting
Eiser heeft bij ONVZ Zorgverzekeraar een Vrije Keuze Basisverzekering en een Vrije Keuze Topfit aanvullende verzekering gesloten. De aanvullende verzekering geeft onder meer aanspraak op kosten van geneeskundige behandeling buiten EU- en Verdragslanden tot maximaal het in Nederland geldende marktconforme bedrag. ONVZ is onder meer belast met de uitvoering van de AWBZ. Op grond van art. 65 AWBZ (art. 5a ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.