FED 2021/23
Indien een onderzoek naar de gronden waarop de Minister een in de praktijk eenvoudig te hanteren waarderingsregel heeft vastgesteld voor tot het loon te rekenen fooien, uitwijst dat er geen verband is tussen het op grond van de Beschikking bepaalde bedrag aan fooien en het bedrag aan fooien dat in casino’s werkelijk pleegt te worden ontvangen, kan het enkele gegeven dat de Beschikking voorziet in een tegenbewijsregeling de onverbindendheid van de Beschikking niet opheffen.
HR 11-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1988, m.nt. mr. dr. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 2020
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
19/03405
- Noot
mr. dr. P. van der Wal
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS250998:1
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Bevoegdheid
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting / Loon
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1988, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:439, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑05‑2020
- Wetingang
Art. 6C lid 4 Landsverordening Loonbelasting
Essentie
Indien een onderzoek naar de gronden waarop de Minister een in de praktijk eenvoudig te hanteren waarderingsregel heeft vastgesteld voor tot het loon te rekenen fooien, uitwijst dat er geen verband is tussen het op grond van de Beschikking bepaalde bedrag aan fooien en het bedrag aan fooien dat in casino’s werkelijk pleegt te worden ontvangen, kan het enkele gegeven dat de Beschikking voorziet in een tegenbewijsregeling de onverbindendheid van de Beschikking niet opheffen.
Samenvatting
Artikel 6C, lid 4, van de Landsverordening Loonbelasting strekt er toe de Minister bevoegd te maken om voor tot het loon ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.