Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 110 Controle achteraf van certificaten van oorsprong, formulier A, en factuurverklaringen
Geldend
Geldend vanaf 14-06-2017
- Bronpublicatie:
08-06-2017, PbEU 2017, L 149 (uitgifte: 13-06-2017, regelingnummer: 2017/989)
- Inwerkingtreding
14-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2017, PbEU 2017, L 149 (uitgifte: 13-06-2017, regelingnummer: 2017/989)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 64, lid 1, van het wetboek)
1.
De certificaten van oorsprong, formulier A, en factuurverklaringen worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd en telkens wanneer de douaneautoriteiten van de lidstaten gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere eisen van deze onderafdeling, onderverdelingen[lees: onderafdelingen] 3 tot en met 9 van deze afdeling en de onderafdelingen 2 en 3 van titel II, hoofdstuk 1, afdeling 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446.
2.
Wanneer zij een verzoek om controle achteraf indienen, zenden de douaneautoriteiten van de lidstaten het certificaat van oorsprong, formulier A, en de factuur, indien deze is overgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten aan de bevoegde overheidsinstanties van het begunstigde land van uitvoer terug, indien van toepassing onder vermelding van de redenen van het verzoek. Zij verstrekken bij dit verzoek om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
Indien de douaneautoriteiten van de lidstaten besluiten de tariefpreferenties in afwachting van de resultaten van de controle niet toe te kennen, bieden zij de importeur aan de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
3.
Binnen zes maanden nadat het verzoek daartoe is ingediend, wordt deze controle achteraf uitgevoerd en worden de resultaten meegedeeld aan de douaneautoriteiten van de lidstaten of binnen acht maanden nadat een verzoek aan Noorwegen of Zwitserland is verzonden in verband met de controle van vervangende oorsprongsbewijzen die op hun grondgebied zijn opgesteld op basis van certificaten van oorsprong, formulier A, of op basis van in een begunstigd land opgestelde factuurverklaringen. Aan de hand van deze resultaten moet kunnen worden vastgesteld of het betrokken bewijs van oorsprong op de werkelijk uitgevoerde producten betrekking heeft en of deze producten als producten van oorsprong uit het begunstigde land kunnen worden beschouwd.
4.
Voor certificaten van oorsprong, formulier A, die in het kader van bilaterale cumulatie zijn afgegeven, wordt of worden bij het antwoord een kopie of kopieën gevoegd van het certificaat of de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of van de bijbehorende factuurverklaring of -verklaringen.
5.
Wanneer bij gegronde twijfel binnen de in lid 3 bedoelde termijn van zes maanden geen antwoord is ontvangen of het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de oorsprong van de producten vast te stellen, wordt aan de bevoegde autoriteiten een tweede schrijven gezonden. Wanneer de resultaten van de controle na dit tweede schrijven niet binnen vier maanden na de verzending van het tweede schrijven aan de verzoekende autoriteiten zijn meegedeeld of wanneer deze resultaten geen uitsluitsel bieden over de echtheid van het betreffende document of over de vast te stellen oorsprong van de producten, kennen de verzoekende autoriteiten de tariefpreferenties niet toe, behalve in uitzonderlijke omstandigheden.
6.
Wanneer er bij de controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat inbreuk wordt gemaakt op de oorsprongsregels, stelt het begunstigde land van uitvoer op eigen initiatief of op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen om dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling ervan te voorkomen. De Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen hiertoe aan dit onderzoek deelnemen.
7.
Om een controle achteraf van de certificaten van oorsprong, formulier A, mogelijk te maken, bewaren de exporteurs alle documenten waaruit de oorsprong van de betrokken producten blijkt en bewaren de bevoegde overheidsinstanties van het begunstigde land van uitvoer kopieën van de certificaten en van alle daarmee verband houdende uitvoerdocumenten. Deze documenten worden ten minste drie jaar bewaard vanaf het einde van het jaar waarin het certificaat van oorsprong, formulier A, is afgegeven.