NJB 2011, 1052
HR, 26-04-2011, nr. 09/03794
HR 26-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8498
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
09/03794
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BP8498
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP8498, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP8498, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Verklaringen van de verdachte die enerzijds als bewijsmiddel worden gebezigd en anderzijds in een nadere bewijsoverweging als ongeloofwaardig worden bestempeld: nietigheid
Uitspraak
Het gerechtshof heeft – behalve ten aanzien van de strafoplegging en met aanvulling van de bewijsconstructie – bevestigd het vonnis van de rechtbank waarbij de verdachte is veroordeeld wegens (1) opzettelijk handelen met een in art. 3 onderdeel A Opw gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel en (2) opzettelijk handelen in strijd met het in art. 3 onderdeel C Opw gegeven verbod, terwijl het feit betrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.