NJ 2016/305
Herziening. Deskundige. Hoge Raad geeft voorafgaande beschouwingen over wanneer nieuw dan wel gewijzigd deskundigeninzicht kan gelden als novum.
HR 26-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:736, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02555
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110769:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:736, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2769, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2015
- Wetingang
Art. 457 SV
Essentie
Herziening. Deskundige. Voorafgaande beschouwingen met betrekking tot de vraag wanneer een nieuw en/of gewijzigd deskundigeninzicht kan worden aangemerkt als een gegeven cfm art. 457 Sv en de daarbij van belang zijnde informatie van en over de ‘deskundige’. Hetgeen in de aanvraag tot herziening wordt aangevoerd is van onvoldoende gewicht om te kunnen worden aangemerkt als een gegeven ex art. 457 Sv. De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Partij(en)
Arrest op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 15 februari 1994, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.