NJ 2016/22
Aangifte omzetbelasting naar aanleiding van fictieve handel is een bij de belastingwet voorziene aangifte.
HR 01-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3431, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/00046
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124131:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3431, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2014
- Wetingang
Art. 69 (oud) AWR
Essentie
Doen van onjuiste belastingaangifte omzetbelasting. Ten aanzien van de strekking dat te weinig belasting wordt geheven is beslissend of die gedraging naar haar aard in het algemeen geschikt is om teweeg te brengen dat (in rekenkundige zin) onvoldoende belasting wordt geheven. Een aangifte die is gedaan naar aanleiding van ‘fictieve’ handel teneinde ten onrechte teruggaven van omzetbelasting te bewerkstelligen, heeft te gelden als een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in art. 69 lid 2 (oud) AWR.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.