Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/514
Richtlijn premiefraude werkgevers en ontvankelijkheid OM.
HR 27-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BT2105
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
S 10/01614
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BT2105
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BT2105, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2010
- Wetingang
Svart. 359a; Richtlijn premiefraude werkgevers
Essentie
Ten tijde van de vervolgingsbeslissing op basis van de toen bekende gegevens was voldaan aan de criteria van de Richtlijn premiefraude werkgevers, zodat het OM ontvankelijk is in de vervolging. Daaraan kan op zichzelf niet afdoen dat achteraf is gebleken dat die gegevens anders moeten worden gewaardeerd.
Samenvatting
Verweer: Het OM is niet-ontvankelijk omdat het heeft gehandeld in strijd met de Richtlijn premiefraude werkgevers en de beginselen van een goede procesorde. Hof: Aanvankelijk bestond het beeld dat bij A BV sprake was van onrechtmatigheden bij de inhouding van premies sociale verzekering, en wel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.