V-N 2014/8.12
Nederland mag wereldinkomen als uitgangspunt nemen bij opterende Nederduitser
HR 31-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:167, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 2014
- Magistraten
Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
12/02201
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS916900:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:167, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑2014
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat toepassing van het wereldinkomen als uitgangspunt voor het berekenen van het gemiddelde tarief waartegen het Nederlandse inkomen bij een opterende Nederduitser in de IB-heffing wordt betrokken, niet betekent dat Nederland daarmee belasting heft over de pensioenuitkeringen.
Samenvatting
X woont in Duitsland. In 2007 geniet hij een UWV-uitkering en een Nederlands pensioen. Daarnaast heeft hij negatieve inkomsten uit zijn in Duitsland gelegen eigen woning en persoonsgebonden aftrekposten. X kiest voor toepassing van de regels voor binnenlandse belastingplichtigen van art. 2.5 Wet IB 2001 (de keuzeregeling). In geschil is of Nederland bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.