NJB 2023/2559
Onderscheid tussen ‘prosecution witnesses’ (getuigen à charge) en ‘defence witnesses’ (getuigen à décharge) in de zin van EHRM 19 januari 2021, nr. 2205/16 (Keskin/Nederland). In casu blijkt uit de onderbouwing van het getuigenverzoek dat de verdediging de getuige niet wenste te horen over een door deze afgelegde verklaring en blijkt evenmin dat de verdediging die verklaring heeft betwist. Daarom doet zich hier in zoverre niet de situatie voor dat de verdachte zijn ondervragingsrecht wil uitoefenen ten aanzien van een voor het bewijs gebruikte of te gebruiken, hem belastende verklaring.
HR 17-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1465
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
22/02657
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1465, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2023
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Onderscheid tussen ‘prosecution witnesses’ (getuigen à charge) en ‘defence witnesses’ (getuigen à décharge) in de zin van EHRM 19 januari 2021, nr. 2205/16 (Keskin/Nederland). In casu blijkt uit de onderbouwing van het getuigenverzoek dat de verdediging de getuige niet wenste te horen over een door deze afgelegde verklaring en blijkt evenmin dat de verdediging die verklaring heeft betwist. Daarom doet zich hier in zoverre niet de situatie voor dat de verdachte zijn ondervragingsrecht wil uitoefenen ten aanzien van een voor het bewijs gebruikte of te gebruiken, hem belastende verklaring.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is tot 30 jaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.