V-N 2019/49.23
Geen invorderingsrente zonder bewezen ontvangst van aanslag
HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1439, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 2019
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Cools
- Zaaknummer
19/00151
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS89423:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Invordering (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1439, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑2019
- Wetingang
art. 28 IW 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht heeft overwogen dat de ontvanger niet aannemelijk maakt dat de IB-aanslag de heer X toch heeft bereikt of dat het niet ontvangen het gevolg is van aan hem toe te rekenen omstandigheden. De rechter is niet verplicht een eigen onderzoek in te stellen naar de door de ontvanger aannemelijk te maken feiten.
Samenvatting
Aan de heer X is een betalingsherinnering gestuurd wegens het niet tijdig betalen van een (voorlopige) IB-aanslag. X voldoet de aanslag alsnog binnen de in de betalingsherinnering gestelde termijn. In geschil is of vervolgens terecht € 541 invorderingsrente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.