NJ 1963/260
Oplegging van een andere soort van straf bij toepassing van art. 423 lid 4 Sv.
HR 04-12-1962, ECLI:NL:HR:1962:125, m.nt. Mr. A.L.M. van Berckel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 december 1962
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren [Rapp.], Kazemier, Eijssen, de Meijere
- Zaaknummer
[04121962/NJ_1963-260]
- Conclusie
Mr. Moons
- Noot
Mr. A.L.M. van Berckel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139627:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:125, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑12‑1962
- Wetingang
(Sv art. 423)
Essentie
Oplegging van een andere soort van straf bij toepassing van art. 423 lid 4 Sv.
Samenvatting
Aan het eerste middel ligt ten grondslag de stelling dat het den appèlrechter bij toepassing van art. 423 vierde lid Sv. niet vrijstaat een andere soort van straf op te leggen dan die, waartoe aanvankelijk in eersten aanleg werd veroordeeld. Deze stelling, tot welker aanvaarding de tekst van art. 423 vierde lid niet dwingt, — ook niet voorzover die tekst bezigt het begrip „bepalen" — wordt geenszins geschraagd door de geschiedenis der totstandkoming dezer wettelijke bepaling. Bovendien zou aanvaarding van de meerbedoelde stelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.