AB 2014/191
Dwangsom bij het niet tijdig beslissen. De bijkomende dwangsombeschikking ex artikel 4:18 Awb deelt het procedurele lot van het onderliggende niet tijdig genomen besluit.
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1797, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Mrs. M.W.C. Feteris, C. Schaap, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld
- Zaaknummer
12/02872
- Conclusie
A-G mr. R.L.H. IJzerman
- Noot
R. Ortlep
- JCDI
JCDI:ADS918020:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
ECLI:NL:HR:2013:1797, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2013
- Wetingang
Art. 4:17, 4:18, 4:19 Awb; art. 26, lid 1 Awr
Essentie
Dwangsom bij het niet tijdig beslissen. De bijkomende dwangsombeschikking ex artikel 4:18 Awb deelt het procedurele lot van het onderliggende niet tijdig genomen besluit.
Samenvatting
Gelet op het samenstel van de in art. 4:19 Awb vervatte regels en de […] strekking daarvan, moet in gevallen waarin het besluit waarop de gevraagde dwangsom betrekking heeft (hierna: het onderliggende besluit) wordt genomen ingevolge de belastingwet en beroep daartegen openstaat bij de belastingrechter, ook het beroep inzake de dwangsombeschikking bij die rechter worden ingesteld. Hetzelfde heeft te gelden voor het beroep wegens het niet tijdig nemen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.