NJ 2014/13
Oplichting. Eisen aan ‘samenweefsel van verdichtsels’.
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:952, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04805
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
J.M. Reijntjes
- JCDI
JCDI:ADS161768:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2013
ECLI:NL:HR:2013:952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2013
- Wetingang
Art. 326 Sr
Essentie
Wat in de bewijsvoering is vastgesteld over de leugens van verdachte is onvoldoende om bewezen te verklaren dat de verdachte B. ‘door een samenweefsel van verdichtsels’ tot afgifte van geld heeft bewogen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem van 20 oktober 2011, nummer 21/001332-11, in de strafzaak tegen F. Adv.: mr. S.F.W. van 't Hullenaar, te Arnhem.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(Zie 2.1.; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
Het gerechtshof te Arnhem heeft bij arrest van 20 oktober 2011 — nadat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.