NJB 2015/313
Rechtsmacht feit op volle zee: onjuist is de opvatting dat omdat het feit (een bijna aanvaring) zich heeft voorgedaan op het Nederlands deel van het Continentaal Plat, op grond van art. 1 lid 2 Besluit toepassingverklaring Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, toepassing kan worden gegeven aan de Wet Installaties Noordzee, ingevolge welke wet rechtsmacht bestaat voor strafbare feiten gepleegd op het Nederlands deel van het Continentaal Plat. De bepaling van rechtsmacht strekt zich slechts uit tot de overtreding van voorschriften die strafbaar zijn en naar uit het voorgaande volgt is daarvan voor een vreemd schip op dat deel van de volle zee geen sprake
HR 27-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:135
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/00161
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:135, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2014
- Wetingang
Essentie
Rechtsmacht feit op volle zee: onjuist is de opvatting dat omdat het feit (een bijna aanvaring) zich heeft voorgedaan op het Nederlands deel van het Continentaal Plat, op grond van art. 1 lid 2 Besluit toepassingverklaring Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, toepassing kan worden gegeven aan de Wet Installaties Noordzee, ingevolge welke wet rechtsmacht bestaat voor strafbare feiten gepleegd op het Nederlands deel van het Continentaal Plat. De bepaling van rechtsmacht strekt zich slechts uit tot de overtreding van voorschriften die strafbaar zijn en naar uit het voorgaande volgt is daarvan voor een vreemd schip op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.