NJB 2018/1200
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten over de exploitatie van een bed & breakfast in gehuurde panden. Het hof oordeelt dat er meer aanwijzingen zijn dat de overeenkomst betrekking heeft op huur dan dat deze betrekking heeft op koop. Het ontbindt de huurovereenkomsten. Hoge Raad: 1. Essentiële stellingen. Het hof heeft essentiële stellingen en omstandigheden niet, dan wel onvoldoende (kenbaar) in zijn beoordeling betrokken. 2. Passeren bewijsaanbod. Het hof had niet zonder motivering mogen voorbijgaan aan hetgeen was gesteld en te bewijzen aangeboden over de mondelinge totstandkoming van de overeenkomst. 3. Verplichtingen van de huurder. Wietplantage. De overweging dat de aanwezigheid van een wietplantage als een tekortkoming aan de huurder kan worden toegerekend, is niet onbegrijpelijk, mede gelet op hetgeen in het algemeen van een onderverhuurder van bedrijfsruimte aan toezicht mag worden verwacht jegens de hoofdverhuurder. 4. Uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Huuropzegging. Art. 7:295 lid 1 BW is alleen van toepassing bij een vordering tot beëindiging in het kader van huuropzegging
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:875
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/02397
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:875, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:250, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
- Wetingang
(art. 79 lid 1 RO; art. 166 lid 1 Rv; art. 7:213, 7:295 lid 1 BW)
Essentie
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten over de exploitatie van een bed & breakfast in gehuurde panden. Het hof oordeelt dat er meer aanwijzingen zijn dat de overeenkomst betrekking heeft op huur dan dat deze betrekking heeft op koop. Het ontbindt de huurovereenkomsten. Hoge Raad: 1. Essentiële stellingen. Het hof heeft essentiële stellingen en omstandigheden niet, dan wel onvoldoende (kenbaar) in zijn beoordeling betrokken. 2. Passeren bewijsaanbod. Het hof had niet zonder motivering mogen voorbijgaan aan hetgeen was gesteld en te bewijzen aangeboden over de mondelinge totstandkoming van de overeenkomst. 3. Verplichtingen van de huurder. Wietplantage. De overweging dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.