Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 717/2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector
Bijlage Nationaal maximum bedoeld in artikel 3, lid 3
Geldend
Geldend van 25-10-2023 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
04-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2391 (uitgifte: 05-10-2023, regelingnummer: 2023/2391)
- Inwerkingtreding
25-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2391 (uitgifte: 05-10-2023, regelingnummer: 2023/2391)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(EUR) | |
---|---|
Lidstaat | Maximale cumulatieve bedragen aan de-minimissteun per lidstaat aan ondernemingen actief in de primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten (1) |
België | 4 496 000 |
Bulgarije | 760 118 |
Tsjechië | 1 208 000 |
Denemarken | 20 688 000 |
Duitsland | 22 208 000 |
Estland | 1 572 000 |
Ierland | 11 969 529 |
Griekenland | 25 343 906 |
Spanje | 66 336 000 |
Frankrijk | 56 551 178 |
Kroatië | 6 372 370 |
Italië | 38 524 000 |
Cyprus | 1 324 372 |
Letland | 1 780 000 |
Litouwen | 3 328 000 |
Luxemburg | 0 |
Hongarije | 846 353 |
Malta | 4 234 963 |
Nederland | 13 633 923 |
Oostenrijk | 613 703 |
Polen | 16 532 000 |
Portugal | 11 786 313 |
Roemenië | 1 443 731 |
Slovenië | 396 000 |
Slowakije | 344 000 |
Finland | 3 149 148 |
Zweden | 7 544 000 |
Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland | 1 206 336 |
Voetnoten
De maximale cumulatieve bedragen aan de-minimissteun zijn gebaseerd op een driejaarsgemiddelde van de jaarlijkse omzet van vangst- en aquacultuuractiviteiten in elke lidstaat, dat wordt verkregen door over de periode van vijf jaar van 2014 tot en met 2018 de hoogste en de laagste waarden niet mee te nemen in de berekening. Om te zorgen voor continuïteit in de planning en verdeling van de-minimissteun voor de primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten en voor voldoende handelingsruimte voor alle lidstaten, is de Commissie van mening dat geen enkele lidstaat meer dan 60 % van het eerder bij deze verordening vastgestelde maximale cumulatieve bedrag mag verliezen.