AB 2019/209
Concessieopdracht, concessieovereenkomst voor diensten, duidelijk grensoverschrijdend belang, aanbestedingsplichtig? Stelplicht en bewijslast.
HR 18-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:720, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 mei 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00486
- Noot
F.J. van Ommeren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS46346:1
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
Aanbestedingsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:720, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:83, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2017
- Wetingang
Art. 1.7 onder c (oud), onder b Aanbestedingswet 2012
Essentie
Concessieopdracht, concessieovereenkomst voor diensten, duidelijk grensoverschrijdend belang, aanbestedingsplichtig? Stelplicht en bewijslast.
Samenvatting
Het begrip ‘duidelijk grensoverschrijdend belang’ in art. 1.7 onder c (oud) Aanbestedingswet 2012 is afkomstig uit rechtspraak van het HvJ EU. Bij de uitleg van dit begrip moet aansluiting worden gezocht bij deze rechtspraak. Een duidelijk grensoverschrijdend belang kan met name blijken uit de economische waarde van de geplande overeenkomst, bezien in samenhang met de plaats van uitvoering en de specifieke kenmerken ervan. Het gaat hier niet om vereisten waaraan, al dan niet cumulatief, voldaan dient te zijn, maar om factoren die in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.