Einde inhoudsopgave
Kadasterwet
Artikel 13 [Verklaring van inschrijving]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 107 (uitgifte: 08-03-2005, kamerstukken: 28443)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2005, Stb. 2005, 416 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Indien stukken in papieren vorm ter inschrijving zijn aangeboden, worden zij na de inschrijving, bedoeld in artikel 12, eerste lid, aan de aanbieder teruggegeven nadat zij zijn voorzien van een door de bewaarder ondertekende verklaring van inschrijving vermeldende ten minste dag, uur en minuut van aanbieding, en het stukidentificatienummer, bedoeld in artikel 11c. Het bestuur van de Dienst stelt de vorm vast van de verklaring, bedoeld in de eerste zin, en kan de inhoud ervan nader vaststellen.
2.
Indien stukken in elektronische vorm ter inschrijving zijn aangeboden, wordt na hun inschrijving aan de aanbieder toegezonden een bewijs van inschrijving houdende mededeling van de verrichte inschrijving en vermeldende ten minste de gegevens, bedoeld in het eerste lid, eerste zin, welk bewijs door de bewaarder wordt ondertekend of, indien het in elektronische vorm wordt opgemaakt en toegezonden, wordt voorzien van een elektronische handtekening van de bewaarder. Het bestuur van de Dienst stelt regels met betrekking tot de vorm, wijze en het tijdstip van verzenden van het bewijs van inschrijving en kan de inhoud ervan nader vaststellen.
3.
Indien artikel 11b, vijfde lid, tweede zin, toepassing heeft gevonden en indien in het geval, bedoeld in het tweede lid, stukken die deel uitmaken van het in te schrijven stuk in papieren vorm ter inschrijving zijn aangeboden, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op die stukken.