NJ 2010, 55
Burgerlijk procesrecht. Mensenrechten. Redelijke termijn. Concordantie van rechtspraak.
Hof 's-Gravenhage 24-02-2009, ECLI:NL:GHSGR:2009:BH4214, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
24 februari 2009
- Magistraten
Mrs. S.A. Boele, A.V. van den Berg, G. Dulek-Schermers
- Zaaknummer
105.001.863/01
04/819
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
BH4214
- JCDI
JCDI:ADS127066:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH4214, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 24‑02‑2009
- Wetingang
EVRM art. 6, 13; BW art. 6:106, 6:162
Essentie
Burgerlijk procesrecht. Mensenrechten. Redelijke termijn. Concordantie van rechtspraak.
Wijziging gedragslijn bij immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn. Begroting schade.
Samenvatting
Onrechtmatige overheidsdaad ter zake van toekenning melkquotum. College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) was toentertijd geen onpartijdige en onafhankelijke rechterlijke instantie. Appellant vordert bij de burgerlijke rechter o.m. schadevergoeding. Rechtbank heeft de vorderingen afgewezen.
Het hof behandelt de grondslagen van de vordering en overweegt dat voor vergoeding van materiële schade geen grondslag is. Ter zake van schending van de redelijke termijn is het hof van oordeel dat, in afwijking van zijn eerdere jurisprudentie, toewijzing van immateriële schadevergoeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.