Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.603 (bodem: meting)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De achtergrondwaarden aan chemische zuurstofverbruik en ammoniumstikstof worden vastgesteld in het grondwater van een peilbuis die bovenstrooms is geplaatst.
2.
Eenmaal per kalenderjaar wordt een gefiltreerd monster, dat is genomen uit het horizontaal monitoringssysteem of uit de peilbuizen, geanalyseerd op CZV en N-NH4. Tussen opeenvolgende monsternames ligt ten minste elf maanden.
3.
Als de gemeten waarden meer dan 50% hoger zijn dan de achtergrondwaarden, wordt na uiterlijk twee maanden een nieuw grondwatermonster uit het monitoringssysteem en een grondwatermonster uit een bovenstrooms geplaatste peilbuis geanalyseerd.
4.
Als de gemeten waarden tijdens drie opeenvolgende waarnemingen gemiddeld meer dan 50% hoger zijn dan de achtergrondwaarden, wordt de meetfrequentie verhoogd naar twee monsters per jaar voor de peilbuis. Tussen opeenvolgende monsternames liggen ten minste vijf maanden.
5.
Als de gemeten waarden tijdens drie opeenvolgende waarnemingen gemiddeld meer dan 50% hoger zijn dan de achtergrondwaarden:
- a.
worden de monsters die daarna worden genomen geanalyseerd op de stoffen, bedoeld in NEN 5740; en
- b.
wordt een herstelplan opgesteld.
6.
Er worden peilbuizen geplaatst en grondwatermonsters genomen door:
- a.
een onderneming met een erkenning bodemkwaliteit voor BRL SIKB 2000; of
- b.
een certificatie-instantie of inspectie-instantie met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 2000.
7.
De grondwatermonsters worden geanalyseerd door een laboratorium met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 3000.