NJ 2019/330
OM-cassatie. Dood door schuld. ’Schuld’ als bedoeld in art. 307 in verband met het verstrekken van GHB aan het slachtoffer.
HR 12-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:336, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/03083
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS74801:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:336, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:12, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2018
- Wetingang
Art. 307 Sr
Essentie
OM-cassatie. Dood door schuld. ‘Schuld’ als bedoeld in art. 307 in verband met het verstrekken van GHB aan het slachtoffer. Oordeel van het hof dat het door verdachte verstrekken aan het slachtoffer van GHB niet een zodanig onaanvaardbaar gezondheidsrisico met zich bracht dat de dood van het slachtoffer aan haar schuld te wijten is, is niet onjuist.
Samenvatting
Niet onbegrijpelijk oordeel van het hof dat is tenlastegelegd doch niet is komen vast te staan dat verdachte aan het slachtoffer een “(te) grote hoeveelheid, althans meer dan een gemiddelde gebruikershoeveelheid” heeft verstrekt. Gelet op hetgeen door het hof is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.