RvdW 2014/1109
Ontoereikend bewijs opzet op zwaar lichamelijk letsel.
HR 23-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2767
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/05302
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2767, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑01‑2014
- Wetingang
Art. 302 Sr
Essentie
De omstandigheid dat de kans dat het glas bier, waarvan de verdachte de inhoud naar het slachtoffer wilde gooien, uit zijn handen zou glippen aanmerkelijk is en dat de verdachte bekend was met het risico dat dat zou gebeuren, is onvoldoende voor het oordeel dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer zwaar letsel in het gezicht zou oplopen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 mei 2013, nummer 20/000288-12, in de strafzaak tegen J. Adv. mr. R.L.A. Klaassen, te Vught.