NJB 2016/2321
Verzoek om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn behoeft niet te worden gemotiveerd
HR 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2604
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 2016
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
15/04909
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2604, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2016
- Wetingang
(art. 8:73 (oud) Awb)
Essentie
Verzoek om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn behoeft niet te worden gemotiveerd
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.2.
Het vierde middel klaagt erover dat het Hof belanghebbende niet de door haar verzochte vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn heeft toegekend. Voor zover uit ’s Hofs uitspraak moet worden opgemaakt dat het dit verzoek heeft afgewezen op de grond dat het niet is gemotiveerd, geeft de beslissing van het Hof blijk van een onjuiste rechtsopvatting, aangezien een dergelijk verzoek geen (nadere) motivering behoeft. In het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.