Computerrecht 2007, 47, mw. T.E. Deurvorst.
Rb. Overijssel, 17-02-2016, nr. C/08/142356 / HA ZA 13-554
ECLI:NL:RBOVE:2016:800
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
17-02-2016
- Zaaknummer
C/08/142356 / HA ZA 13-554
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2016:800, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 17‑02‑2016; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 17‑02‑2016
Inhoudsindicatie
Inbreuk op auteursrechten. Double damage principe. Naar Nederlands recht zijn privaatrechtelijke boetes of punitive damages (nog) niet mogelijk. Aan ons schadevergoedingsrecht ligt het beginsel van volledige schadevergoeding ten grondslag, welk beginsel meebrengt dat de benadeelden enerzijds niet meer vergoed kunnen krijgen dan de werkelijk geleden schade, maar anderzijds ook niet minder. De door eiseres aangehaalde jurisprudentie dateert van voor de invoering van de handhavingsrichtlijn. Gelet hierop, en zo wordt ook in de literatuur betoogd, is niet onaannemelijk dat de uitspraak van de rechtbank Breda geïnspireerd is op de implementatie hiervan, nu in het aanvankelijke voorstel van artikel 13 lid 1 sub a van de handhavingsrichtlijn een verdubbeling van de schadevergoeding was opgenomen. Dit aanvankelijke voorstel is geschrapt en implementatie van de handhavingsrichtlijn biedt de mogelijkheid van verdubbeling van de schadevergoeding aldus niet, slechts de mogelijkheid een forfetaire vergoeding toe te wijzen waarin kosten voor opsporing en onderzoek kunnen worden meegenomen. In dat licht lijkt een uitzondering op ons Nederlands schadevergoedingsstelsel dan ook niet aan de orde.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/142356 / HA ZA 13-554
Vonnis van 17 februari 2016
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
SIEMENS PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT SOFTWARE INC.,
gevestigd te Plano (Texas), Verenigde Staten,
eiseres,
verder te noemen Siemens,
advocaten mrs. T.F.W. Overdijk en E.C. Geerdes te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KTK B.V.,
gevestigd te Almelo,
hierna te noemen KTK,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLIMEX INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Almelo,
hierna te noemen Holimex,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CITADEL PARK B.V.,
gevestigd te Almelo,
hierna te noemen Citadel,
gedaagden,
verder gezamenlijk te noemen KTK c.s.,
advocaat mr. M.W. Rijsdijk te Amsterdam.
1. De procedure
1.1.
Bij vonnis van 13 augustus 2014 heeft de rechtbank een deskundigenonderzoek gelast ter beantwoording van de in rechtsoverweging 11. van dat vonnis geformuleerde vragen en tot deskundige benoemd de heer H.J.M. Keller (verder: de deskundige).
1.2.
De deskundige heeft zijn deskundigenbericht met bijlagen (verder ook: het bericht), gedateerd 15 mei 2015, op 21 mei 2015 ter griffie van de rechtbank gedeponeerd.
1.3.
Zowel Siemens als KTK hebben beiden een antwoordconclusie na deskundigenbericht genomen.
1.4.
Vervolgens heeft Siemens een akte houdende uitlating producties ingediend, alsook een akte houdende overlegging nadere productie.
1.5.
KTK c.s. heeft tot slot een antwoordakte inzake nadere productie ingediend, waarna beide partijen vonnis hebben gevraagd.
1.6.
De rechtbank heeft vonnis bepaald op heden.
2. Standpunten van partijen
Siemens
2.1.
Siemens stelt - kort gezegd - dat de deskundige heeft gerapporteerd dat er inderdaad een gekraakt licentiebestand is gevonden, dat toegang geeft tot de programmaonderdelen van de ‘premium-versie’ van Solid Edge. De premiumversie is de meest uitgebreide versie van de programmatuur en geeft toegang tot het complete pakket. De bevestiging van de deskundige dient derhalve te leiden tot toewijzing van de gevorderde licentievergoedingen.
2.2.
Het systeem van licentieverlening werkt bij Siemens als volgt. Siemens zorgt ervoor dat de gebruiker altijd een volledige versie van de software op zijn computer heeft. Deze software is ook op de inbeslaggenomen computer aangetroffen. Vervolgens kan de gebruiker bij Siemens een licentiebestand aanschaffen dat toegang geeft tot bepaalde modules van de programmatuur. Hierbij heeft de gebruiker de keuze tussen verschillende pakketten. Relevant is dat de gebruiker dus niet betaalt voor het daadwerkelijke gebruik van ter beschikking staande modules en add-on’s, maar voor de toegang hiertoe.
2.3.
Doordat er een gekraakt licentiebestand van de premiumversie van de programmatuur op de computer van KTK c.s. aanwezig is, heeft KTK c.s. ook toegang tot de add-on’s van dat pakket gekregen en dient zij daar dus ook een vergoeding voor te betalen. De vraag naar daadwerkelijk gebruik of feitelijke toegang kan daarbij buiten beschouwing blijven. Immers, het systeem van licentieverschaffing ziet louter op het ‘potentieel toegang verkrijgen tot’, niet op daadwerkelijk gebruik. Siemens deelt dan ook niet de mening van de deskundige dat de rechtbank de vraag dient te beantwoorden of “toegang heeft verschaft” geïnterpreteerd moet worden als feitelijkheid, naar de mening van KTK c.s., of als potentie zoals Siemens stelt. Ten onrechte, aldus Siemens, gaat de deskundige daarbij ook voorbij aan de formulering van de vraag zoals de rechtbank deze heeft gesteld, de vraag luidde immers dat de deskundige diende te onderzoeken of op de inbeslaggenomen computer een illegale licentiefile is gedownload, die toegang geeft tot Siemens Solid Edge software en - in geval van bevestigende beantwoording van die vraag - tot welke modules en add-on’s die licentiefile toegang heeft verschaft.
2.4.
Siemens kan zich verenigen met de vraag aan de deskundige om een overzicht samen te stellen van in de markt corresponderende prijzen van de licentievergoeding, om
- althans zo begrijpt Siemens - te onderzoeken of de prijzen die Siemens opvoert, in overeenstemming zijn met daadwerkelijke marktprijzen. Dit sluit volgens Siemens ook aan bij de wijze van schadebegroting als in artikel 6:97 BW. Schade dient te worden begroot op een wijze die het meest in overeenstemming is met de werkelijkheid, met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden. Siemens stelt zich voorts op het standpunt dat de deskundige hierbij echter ‘een overzicht van in de markt corresponderende prijzen’ vertaalt met ‘de laagste prijs die waar dan ook te vinden is’ en die redenering is volgens Siemens onjuist. In het feit dat de rechtbank heeft verzocht om een overzicht te maken van de in de markt geldende prijzen ligt reeds besloten dat de rechtbank er rekening mee houdt dat er in de markt verschillende prijzen worden gehanteerd. Het is aan de deskundige om die prijzen te rapporteren, zodat de rechtbank vervolgens op basis van het overzicht de te betalen licentievergoeding kan vaststellen.
2.5.
Siemens stelt voorts dat de deskundige ten onrechte van mening is dat de laagste licentieprijs kan worden gehanteerd, omdat in het onderhavige geval louter de licentiekosten een rol spelen (en onderhoud en dergelijke factoren dus niet mee hoeven te worden gewogen) en de programmatuur bij alle leveranciers identiek is. Het zou dus niet uitmaken bij welke leverancier KTK c.s. de programmatuur zou hebben aangeschaft en kan de licentievergoeding worden berekend aan de hand van het bedrag waarvoor KTK c.s. de licenties had kunnen aanschaffen. Uitgangspunt dient volgens Siemens te zijn de prijs die Siemens hanteert. Daarbij acht zij van belang dat de versie van de programmatuurSolid Edge ST5 een reeds verouderde versie is, waarvoor licenties niet meer worden aangeboden en de door de deskundige gevonden licenties zien dan ook niet op deze versie.
2.6.
Siemens stelt voorts dat, mocht de rechtbank van oordeel zijn dat er niet louter naar de prijzen die Siemens aanvoert gekeken moet worden, maar ook gekeken moet worden naar prijzen van andere aanbieders uit de markt, om te onderzoeken of de door Siemens aangevoerde prijs in overeenstemming is met de werkelijkheid, niet slechts gekeken moet worden naar de laagste prijs die ergens in een uithoek van de markt kan worden gevonden omdat die niet zou overeenkomen met de beoogde werkelijkheid. Siemens acht het, meer specifiek niet voor de hand liggen dat een Nederlandse onderneming de programmatuur bij een Poolse aanbieder betrekt.
KTK
2.7.
KTK c.s. kan zich grotendeels wel verenigen met de inhoud van het bericht en met de motivering van de deskundige.
2.8.
Volgens KTK c.s. onderschrijft het bericht het standpunt van KTK c.s. dat er weliswaar een illegale licentiefile op haar computer is aangetroffen, maar dat uit onderzoek is gebleken dat de add-on’s niet waren geïnstalleerd. Feitelijk heeft KTK c.s. dus geen gebruik gemaakt van de add-on’s, zodat niet aannemelijk is dat zij zou zijn overgegaan tot aankoop van het premiumpakket en alle add-on’s.
2.9.
KTK c.s. stelt zich echter wel op het standpunt dat de stelling van de deskundige ten aanzien van de omvang van de schade enige nuancering behoeft. Meer in het bijzonder stelt KTK c.s. dat de deskundige onterecht geen inflatiecorrectie heeft toegepast ten aanzien van de door hem aangedragen prijzen en ook geen (staffel)korting heeft toegepast, terwijl onduidelijk is waarom die korting niet zou worden bedongen wanneer KTK c.s. wel de licentie zou hebben aangeschaft.
3. Het deskundigenbericht
3.1.
De deskundige heeft, voor zover hier van belang, de door de rechtbank in haar vonnis van 13 augustus 2014 gestelde vragen als volgt beantwoord:
“1. Kunt u na analyse van de inbeslaggenomen computer vaststellen of hierop een illegale licentiefile (dan wel ‘crack’) is gedownload, die toegang geeft tot Siemens Solid Edge® software?
De in deze vraag bedoelde licentiefile was aanwezig op de inbeslaggenomen computer.
2. Kunt u, in geval van bevestigende beantwoording van vraag 1., achterhalen tot welke modules en add-on’s de onder vraag 1. Bedoelde licentiefile toegang heeft verschaft?
De modules:
De licentiefile gaf toegang tot de volgende modules:
- 2 D translators
- 3 D translators
- Automated drawings
- Synchronous technology
- Exploded assemblies
- Assembly animation
- Assembly
- Part
- Motion simulation
- Surface design
- Sheet metal
- Weldments
- Frame design
- Simulation express
- Engineering reference
- Photorealistic rendering
- Machinery library
- Simulation
- Wire harness design
- Xpres Route (pipes/tubes)
- Insight
De add-ons:
De add-ons waren niet geïnstalleerd, maar konden op eenvoudige wijze met behulp van op de computer aanwezige programmatuur worden geïnstalleerd. Daarna gaf de licentiefile toegang tot de volgende add-ons:
- Piping Library
- Mold tooling
- Solid Edge SP
- Embedded client
Hierbij moet worden opgemerkt dat KTK betwist dat de licentiefile toegang heeft verschaft tot de add-on’s en dat deze derhalve niet meegenomen dienen te worden als antwoord op de vraag.
Kernpunt hierbij is de vraag of “toegang heeft verschaft” geïnterpreteerd moet worden als feitelijkheid (KTK) of als potentie (Siemens).
Naar mijn opvatting dient deze vraag door de rechtbank beantwoord te worden. Afhankelijk daarvan kunnen de add-on’s al dan niet worden meegenomen als antwoord op de vraag.
3. Kunt u op basis van uw antwoord op vraag 2 een overzicht samenstellen van de daarmee in de markt corresponderende prijzen? Met andere woorden: kunt u vaststellen welk bedrag betaald had moeten worden voor het verkrijgen van een geldige licentie voor deze software?
Voor de licentie had als volgt betaald moeten worden:
SE-premium: Eur 3.233,--
Add-ons: Eur 24.468,--
Hiervoor geldt mm. mijn opmerking bij het antwoord op de vorige vraag.”
3.2.
Op pagina 6 van het bericht heeft de deskundige met betrekking tot de add-on’s het volgende gesteld:
“e. De add-on’s
De add-ons waren niet geïnstalleerd. De betreffende programmatuur was wel aanwezig op de PC, inclusief het installatieprogramma hiervoor. Met behulp van dit installatieprogramma kunnen deze add-on’s aan het SE-programma worden toegevoegd, waardoor ze binnen dit programma beschikbaar komen voor gebruik op basis van de licentiefile. We hebben deze add-ons geïnstalleerd, met uitzondering van Web publisher, wat niet beschikbaar was. (…)”
3.3.
Kort gezegd heeft de deskundige aldus geconcludeerd dat er inderdaad een illegale licentiefile op de computer van Holimex aanwezig was. En voorts heeft de deskundige geconstateerd dat de add-on’s niet waren geïnstalleerd, maar dat zij wel konden worden geïnstalleerd en dat de programmatuur er dan ook toegang toe gaf, met uitzondering van de add-on Web publisher.
4. De verdere beoordeling
4.1.
De rechtbank verwijst naar en volhardt bij haar tussenvonnissen in deze zaak van 19 maart 2014 en 13 augustus 2014.
4.2.
In deze zaak is - resumerend - onder meer reeds bij tussenvonnis van
19 maart 2014 overwogen dat het auteursrecht van Siemens op de software genaamdSolid Edge vaststaat, alsmede de inbreuk daarop door een werknemer van Holimex. Eveneens is vastgesteld dat de door de werknemer van Holimex veroorzaakte schade slechts aan Holimex kan worden toegerekend, zodat de vorderingen jegens Citadel en KTK zullen worden afgewezen. Dit brengt voorts met zich dat de vorderingen van Siemens, zoals geformuleerd in het tussenvonnis van 19 maart 2014 onder rechtsoverweging 3.8. onder punten 1 tot en met 4, voor toewijzing gereed liggen, met dien verstande dat de inbeslaggenomen computer onder controle van Siemens kan worden gewist en de dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als hierna te melden.
4.3.
Voorts resteert aldus slechts nog de vraag welke schade Holimex ten gevolge van de inbreuk op de auteursrechten van Siemens dient te vergoeden. Siemens heeft de door haar geleden schade als volgt onderverdeeld in de navolgende schadeposten:
a. Misgelopen licentie-inkomsten uit de verkoop van haar producten c.q. de door
KTK c.s. onterecht genoten winst;
De algemene buitengerechtelijke kosten ter voorkoming en vervolging van de handel in en het gebruik van illegale versies van haar producten;
Winstderving ten gevolge van aantasting en uitholling van de exclusiviteit van haar auteursrechten en merken en de neerwaartse prijsdruk die ontstaat doordat de programmatuur illegaal wordt gebruikt.
4.4.
Gelet op de gemotiveerde betwisting van Holimex ten aanzien van de omvang van de door Siemens gestelde schade, heeft de rechtbank overwogen dat Siemens haar standpunt, dat sprake is van een crack-file, dat die file bestaat uit het meest complete softwarepakket inclusief alle add-on’s evenals de daarmee corresponderende marktprijzen nader diende te bewijzen en heeft de rechtbank in dat verband een deskundige benoemd.
4.5.
De door de deskundige gegeven antwoorden dienen derhalve in het licht van die schadebeoordeling te worden gelezen. De discussie tussen partijen omtrent de vraag of “toegang heeft verschaft” geïnterpreteerd moet worden als feitelijkheid (Holimex) of als potentie (Siemens) is inderdaad, zoals Siemens zelf ook terecht al heeft gesteld, niet meer relevant in het kader van de vraag in hoeverre sprake is van inbreuk. De inbreuk staat immers vast. De rechtbank is eveneens met Siemens van oordeel dat die discussie nog wel relevant is voor het bepalen van de schadevergoeding.
Schadevergoeding
4.6.
De rechtbank overweegt dat de primaire doelstelling van schadevergoeding de compensatie van concrete (daadwerkelijk geleden of te lijden) schade is. De concreet geleden schade van de benadeelde is dus beslissend voor de hoogte van het door de aansprakelijke partij te betalen bedrag. Ten aanzien van vermogensschade geldt meer in het bijzonder dat in dit soort zaken het verschil tussen de vermogenstoestand na de inbreuk en die welke zou hebben bestaan indien geen inbreuk zou zijn gepleegd. Specifiek in auteursrechtelijke zaken is het wel gebruikelijk, in zaken waar licenties worden verleend, de wegens inbreuk gederfde winst te begroten aan de hand van de prijs waarvoor de licentie zou worden afgegeven in vergelijkbare gevallen. Dit zou evenwel anders zijn als aannemelijk zou worden dat de inbreukmaker daarmee nooit zou hebben ingestemd. Daarnaast komt er nog een type schade voor vergoeding in aanmerking, te weten gemaakte kosten. De invoering van de handhavingsrichtlijn heeft de mogelijkheid van een forfaitaire vergoeding geïntroduceerd, welke omvang ten minste dient te bestaan uit de gebruikersvergoeding die partijen zouden zijn overeengekomen in het hypothetische geval dat tevoren toestemming zou zijn gevraagd en gekregen om de gepleegde handelingen te mogen verrichten, waarbij ruimte bestaat tevens rekening te houden met gemaakte kosten, zoals die van opsporing en onderzoek.
4.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de door Holimex te vergoeden schade dient te worden begroot op het bedrag dat Holimex zou moeten hebben betalen wanneer zij de software via een aanbieder/marktpartij zou hebben aangeschaft. De adviesprijzen zoals door Siemens gehanteerd en overgelegd zijn, zoals de deskundige heeft vastgesteld, niet marktconform. Daarbij is voorts van belang dat Holimex te kennen heeft gegeven dat zij eigenlijk helemaal geen behoefte heeft aan de software voor haar bedrijfsvoering (2D tekeningen volstaan) en dat dit temeer geldt ten aanzien van de add-on’s en dat dit beeld ook uit de analyse van de deskundige is gebleken, nu op de computer wel het premium softwarepakket is geïnstalleerd, maar niet de add-on’s. Dit is aldus een aanwijzing dat de add-on’s voor Holimex inderdaad niet interessant zijn en Holimex derhalve, wanneer zij de software legaal zou hebben aangeschaft, slechts het premium softwarepakket zou hebben aangeschaft zonder add-on’s. De rechtbank deelt dit standpunt en zal de hoogte van de gebruikersvergoeding derhalve vaststellen op het door de deskundige genoemde bedrag van het premium softwarepakket.
Laagste prijs
4.8.
Siemens is het niet eens met de door de deskundige vastgestelde laagste prijs, nu de rechtbank hem slechts heeft verzocht een overzicht van de in de markt geldende prijzen op te stellen. De rechtbank overweegt dat in de opdracht aan de deskundige besloten ligt dat hij zich een zelfstandig oordeel vormt over de marktprijzen. Daarbij dient de deskundige kennis te nemen van, rekening te houden met en zich een oordeel te vormen over de beschikbare informatie ter zake. Ten aanzien van de marktprijzen heeft de deskundige overwogen dat er diverse verkopers zijn van de software en dat er verschillende prijzen worden gehanteerd, waarbij de laagste prijs voor de premium versie van de programmatuur € 3.233,-- bedraagt. De rechtbank volgt dit betoog, nu het - in tegenstelling tot hetgeen Siemens stelt - in deze tijden zeker niet ongewoon is dat er op internet ‘gegoogled’ wordt naar de laagste prijs en een dergelijke zoekopdracht zal zich ook niet uitsluitend beperken tot deze landsgrenzen.
Oudere versie Solid Edge
4.9.
Ten aanzien van de stelling van Siemens dat de door de deskundige genoemde marktprijzen geen reëel beeld geven nu de door hem genoemde prijzen betrekking hebben op een andere versie van Solid Edge nu Solid Edge ST5 reeds verouderd is en voor deze versie ook geen licentie meer te verkrijgen is in de markt, overweegt de rechtbank dat de prijzen van een reeds verouderde versie nooit hoger zullen liggen dan de marktprijzen zoals die thans voor de huidige versie van de Solid Edge software worden gehanteerd. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het betoog van Siemens dat de door de deskundige genoemde marktprijzen zich niet lenen voor het vaststellen van de schadevergoeding.
Prijscompensatie
4.10.
Holimex heeft voorts gesteld dat de door de deskundige genoemde prijs naar beneden dient te worden bijgesteld, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat prijzen jaarlijks worden bijgesteld en uit haar berekeningen zou blijken dat verkopers een jaarlijkse verhoging van 3% hanteren. Siemens heeft dit gemotiveerd betwist en ook de deskundige heeft geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn voor een prijsstijging bij de verkopers van de programmatuur. De rechtbank zal derhalve geen inflatiecorrectie toepassen op de door de deskundige vastgestelde prijzen.
Staffelkorting
4.11.
De rechtbank gaat tevens voorbij aan de stelling van Holimex dat de deskundige onterecht geen staffelkorting heeft toegepast, zou Holimex immers zijn overgegaan tot de aanschaf van de premiumversie en de add-on’s dan zou ook een staffelkorting worden toegekend zoals in de markt gebruikelijk is. Nu de rechtbank slechts het bedrag ter hoogte van de premiumversie zal toewijzen, acht de rechtbank een korting hierop niet reëel.
Double damage principe
4.12.
Siemens heeft voorts aanspraak gemaakt op overige schade zoals geformuleerd onder b.) en c.), waartoe zij onder meer heeft gesteld dat Siemens schade lijdt, doordat het gebruik van illegale software leidt tot een verslechtering van de licentie- en betalingsmoraal en meer illegaal gebruik bij andere gebruikers, de zogenaamde olievlekwerking. Siemens dient daardoor allerlei extra kosten te maken, welke zich moeilijk laten begroten. Zij heeft dit bedrag evenwel onder verwijzing naar onder meer een uitspraak van de rechtbank Breda van 25 oktober 2006 (LJN: AZ5955, Autodesk/Aztec) begroot op de aanschafprijs voor een legale versie van de software, oftewel € 60.000,-, het zogenaamde‘double damage principe’.
4.13.
Naar Nederlands recht zijn privaatrechtelijke boetes of punitive damages (nog) niet mogelijk. Aan ons schadevergoedingsrecht ligt het beginsel van volledige schadevergoeding ten grondslag, welk beginsel meebrengt dat de benadeelden enerzijds niet meer vergoed kunnen krijgen dan de werkelijk geleden schade, maar anderzijds ook niet minder.
4.14.
De door Siemens aangehaalde jurisprudentie dateert van voor de invoering van de handhavingsrichtlijn. Gelet hierop, en zo wordt ook in de literatuur1.betoogd, is niet onaannemelijk dat de uitspraak van de rechtbank Breda geïnspireerd is op de implementatie hiervan, nu in het aanvankelijke voorstel van artikel 13 lid 1 sub a van de handhavingsrichtlijn een verdubbeling van de schadevergoeding was opgenomen. Dit aanvankelijke voorstel is geschrapt en implementatie van de handhavingsrichtlijn biedt de mogelijkheid van verdubbeling van de schadevergoeding aldus niet, slechts de mogelijkheid een forfaitaire vergoeding toe te wijzen waarin kosten voor opsporing en onderzoek kunnen worden meegenomen. In dat licht lijkt een uitzondering op ons Nederlands schadevergoedingsstelsel dan ook niet aan de orde.
4.15.
Daarenboven geldt, dat Siemens ter nadere onderbouwing slechts heeft gesteld dat deze verdubbeling van haar schade haar grondslag vindt in haar kosten voor opsporing en een negatieve olievlekwerking dat de inbreuk teweeg zou brengen. Dit betoog wordt verworpen, nu Siemens deze kosten onvoldoende heeft geconcretiseerd en onderbouwd en bovendien, gelet op de geringe mate van inbreuk, een negatieve olievlekwerking in deze te verwaarlozen valt. Dit geldt temeer, nu KTK c.s. na de constatering van de inbreuk Siemens schadeloos heeft willen stellen, zodat enige negatieve publiciteit daarmee wel gecompenseerd zou zijn. Dat Siemens evenwel enige kosten voor opsporing en onderzoek heeft moeten maken, is niet onaannemelijk, zodat ten aanzien hiervan een vergoeding zal worden meegenomen in het vast te stellen forfaitaire bedrag.
Conclusie
4.16.
Zoals hiervoor overwogen heeft de rechtbank sinds de invoering van de handhavingsrichtlijn de mogelijkheid om een forfaitaire vergoeding vast te stellen, welke omvang ten minste dient te bestaan uit de gebruikersvergoeding die zou zijn overeengekomen in het hypothetische geval dat tevoren toestemming zou zijn gevraagd en gekregen om de gepleegde handelingen te mogen verrichten (aldus vastgesteld op een licentievergoeding van € 3.233,--), waarbij voorts ruimte bestaat tevens rekening te houden met gemaakte kosten, zoals die van opsporing en onderzoek. De rechtbank stelt, gelet op het vorenstaande ,naar redelijkheid de forfaitaire vergoeding die Holimex dient te betalen ten gevolge van de inbreuk op de auteursrechten van Siemens vast op een totaalbedrag ter hoogte van € 5.000,--, derhalve inclusief de licentievergoeding ad € 3.233,--.
De proceskosten
4.17.
Holimex zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding, daaronder begrepen de beslagkosten en de kosten van de deskundige. Siemens zal worden veroordeeld in de proceskosten van Citadel en KTK.
Ten aanzien van de hoogte van die kosten overweegt de rechtbank als volgt.
4.18.
Siemens heeft met een beroep op artikel 1019h Rv veroordeling van Holimex gevorderd tot vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten, die blijkens de door Siemens overgelegde facturen en specificaties in totaal een bedrag van € 54.934,89 (inclusief BTW) belopen. Artikel 1019h Rv is de implementatie van artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG van
29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Deze richtlijn neemt als uitgangspunt dat de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, door de verliezende partij zullen worden gedragen, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. De termen 'redelijk en evenredig' en 'billijkheid' geven hierbij aan dat de veroordeling in de proceskosten enerzijds afhankelijk is van de complexiteit van de vordering en anderzijds van de mate van verwijtbaarheid van de inbreuk. Voorts dienen de gevorderde kosten tijdig te worden opgegeven en gespecificeerd zodat de wederpartij zich daartegen naar behoren kan verweren(HR 30 mei 2008, NJ 2008,556).
4.19.
Om te beoordelen wat onder redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten moet worden verstaan, wordt aansluiting gezocht bij de ‘Indicatietarieven in IE-zaken’. Volgens deze tarieven zijn in eenvoudige bodemprocedures met repliek en dupliek en/of pleidooi kosten ter hoogte van maximaal € 10.000,- redelijk en evenredig te noemen. In de onderhavige zaak moet worden geoordeeld dat de vordering niet als gecompliceerd kan worden aangemerkt, nu de intellectuele eigendomsrechtelijke aspecten van deze zaak van (zeer) eenvoudige aard zijn. Daarbij is onder meer van belang dat Holimex de fout van haar werknemer heeft erkend en tevens een schadevergoeding heeft aangeboden van ruim
€ 29.000,-. De getoonde bereidwilligheid aan de zijde van Holimex maakt een volledige kostenveroordeling zoals door Siemens gevorderd, gelet op de hoogte van de toegewezen schadevergoeding, evenmin redelijk en evenredig.
Het bedrag dat door de advocaten van Siemens aan kosten wordt gevorderd, komt gelet op de hiervoor genoemde indicatie, te hoog voor. De door Siemens gevorderde kosten worden tot een bedrag van € 5.000,- redelijk en evenredig geoordeeld en toegewezen. De kosten aan de zijde van Siemens worden derhalve begroot op totaal € 15.201,66, bestaande uit:- vast recht € 3.715,-
- kosten dagvaarding € 92,82
- kosten beslag € 1.029,84
- kosten deskundige € 5.364,- (exclusief BTW)- salaris advocaat € 5.000,-.
4.20.
Siemens vordert wettelijke rente over de proceskosten. Holimex is echter pas wettelijke rente verschuldigd over de proceskosten vanaf datum verzuim. De rechtbank zal een termijn van 14 dagen na betekening bepalen voor betaling van de proceskosten en beslissen dat de wettelijke rente over de proceskosten pas is verschuldigd wanneer betaling binnen deze termijn uitblijft.
4.21
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.22.
De rechtbank zal de kosten van Citadel en KTK vaststellen op het door hen te betalen griffierecht (2/3 van € 3.715,-- bedraagt € 2.476,67) en kosten salaris nihil, nu het verweer van KTK c.s. gelijkluidend was.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst af de vorderingen jegens KTK en Citadel Park,
5.2.
verklaart voor recht dat Holimex inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Siemens,
5.3.
verklaart voor recht dat Holimex deswege tegenover Siemens schadeplichtig is geworden,
5.4.
beveelt Holimex zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Siemens,
5.5.
beveelt Holimex om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis alle in haar bezit zijnde dragers met inbreukmakende verveelvoudigingen van de programmatuur onder controle van een door Siemens aan te wijzen deurwaarder en onafhankelijke informatiedeskundige te (doen) wissen,
5.6.
bepaalt dat, indien Holimex met naleving van de onder rechtsoverwegingen 5.4. en 5.5. genoemde bevelen in gebreke blijft, Holimex aan Siemens een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- zal verbeuren voor iedere dag dat de overtreding van ieder van deze bevelen zal voortduren, met een maximum van € 50.000,-,
5.7.
veroordeelt Holimex uit hoofde van gederfde winst c.q. winstafdracht tot betaling aan Siemens van een bedrag van € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6: 119 BW over dat bedrag met ingang van 4 januari 2013,
5.8.
veroordeelt Holimex in de kosten van de hoofdzaak, aan de zijde van Siemens tot op heden begroot op € 15.201,66, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.9.
veroordeelt Siemens in de proceskosten, aan de zijde van Citadel en KTK tot op heden begroot op € 2.476,67,
5.10.
veroordeelt Holimex in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Holimex niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Lorist en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2016.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 17‑02‑2016