FED 2024/24
Voor toetsing aan nemo tenetur-beginsel (art. 6 EVRM) is bij het verkrijgen van ‘specific pre-existing documents’ niet mede beslissend of de autoriteiten de stukken eigenmachtig konden verkrijgen; schending art. 6 EVRM vanwege ‘fishing expedition’.
HR 14-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1562, m.nt. mr. E.J.F.C. van Nijnatten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2023
- Magistraten
Mrs. Van den Brink, Van Strien, Röttgering, Kooijmans, Trotman
- Zaaknummer
22/00545
- Noot
mr. E.J.F.C. van Nijnatten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS944979:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1562, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:676, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2022
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 19 lid 1 WED
Essentie
Voor toetsing aan nemo tenetur-beginsel (art. 6 EVRM) is bij het verkrijgen van ‘specific pre-existing documents’ niet mede beslissend of de autoriteiten de stukken eigenmachtig konden verkrijgen; schending art. 6 EVRM vanwege ‘fishing expedition’.
Samenvatting
De politie heeft de verdachte per brief ontboden voor verhoor. In die brief werd op grond van art. 19 van de Wet op de economische delicten (WED) gevorderd alle gegevens die betrekking hebben op het bestellen en ontvangen van vuurwerk, waaronder facturen en bestelbevestigingen, mee te nemen naar dat verhoor. De gevorderde stukken konden door de politie niet eigenmachtig worden verkregen.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.