V-N 2015/52.4
Ook bij zuiver juridische stelling kan schending verdedigingsbeginsel leiden tot nietigheid UTB
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2989, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/01275
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922040:1
- Vakgebied(en)
Douane (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2015
ECLI:NL:HR:2015:2989, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Hof Amsterdam na zijn constatering dat het verdedigingsbeginsel is geschonden, had moeten onderzoeken of het besluitvormingsproces van de douaneautoriteiten zonder de schending een andere afloop zou kunnen hebben gehad. Dit wordt niet anders als de inbreng van de belanghebbende een juridische stelling betreft.
Samenvatting
Aan belanghebbende, X bv, zijn uitnodigingen tot betaling van douanerechten en antidumpingsrechten opgelegd. X bv is niet voorafgaand aan de vaststelling en uitreiking van de uitnodigingen tot betaling (UTB) gehoord en hierdoor is het verdedigingsbeginsel geschonden. In geschil is wat de consequenties hiervan moeten zijn.
De Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.