NJ 2018/254
Medeplegen brandstichting auto. Falende bewijsklacht medeplegen.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/01514
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110980:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:499, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2017
- Wetingang
Art. 47 lid 1, art. 157 onder 1 Sr
Essentie
Medeplegen brandstichting auto. Falende bewijsklacht medeplegen.
Oordeel dat de bijdrage van verdachte aan het bewezenverklaarde medeplegen van opzettelijk brandstichten van voldoende gewicht is om de gedragingen van verdachte als medeplegen aan te merken, is niet onbegrijpelijk. Hier doet de vaststelling van het hof dat zijn mededader ‘de feitelijke brandstichtende handelingen heeft gepleegd’ niet aan af.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 10 maart 2016, nummer 20/001555-13, in de strafzaak tegen:[verdachte], adv.: mr. J. Boksem, te Leeuwarden.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel I, zie 2.1; (red.). ...