RvdW 2012/16
Onrechtmatig voortduren inverzekeringstelling. Ontvankelijkheid openbaar ministerie.
HR 13-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2173
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/02816
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BT2173
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2173, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Voortduren inverzekeringstelling nadat opsporingsonderzoek is voltooid, terwijl niet zo spoedig mogelijk conform art. 57 lid 5 Sv de dagvaarding is uitgereikt, is onrechtmatig. De onrechtmatige toepassing van vrijheidsbenemende dwangmiddelen op een verdachte in het kader van het voorbereidend onderzoek in zijn strafzaak, is een vormverzuim. Daarop is art. 359a Sv van toepassing indien dit vormverzuim door verdachte niet aan de rechter-commissaris kon worden voorgelegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 juni 2010, nummer 24/003170-09, in de strafzaak tegen: S.