Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/3.1:3.1 Inleiding
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/3.1
3.1 Inleiding
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS442543:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In dit hoofdstuk wordt de positie van de deskundige in de procesrechtelijke verhouding tussen partijen en de rechter geïntroduceerd. Dat gebeurt tegen de achtergrond van de vraag wie in de verhouding tussen partijen, rechter en deskundige bepaalt en zou moeten bepalen welk onderzoek naar welke feiten wordt gedaan. Dit hoofdstuk dient, evenals hoofdstuk 2, tevens als vertrekpunt van de hoofdstukken 4-7.
Eerst wordt een kort overzicht gegeven van huidige rechtsregels van deskundigenbewijs (par. 3.2). Dan wordt aandacht besteed aan de rol van deskundigen in de civiele procedure bij de Romeinen (par. 3.3). Sporen hiervan zijn terug te vinden in de romeins-canonieke procedure (par. 3.4), waarop de huidige civiele procedure is geënt.1 Vervolgens komt de wetsgeschiedenis van de huidige regeling van deskundigenbewijs aan de orde (par. 3.4). Tot slot wordt ingegaan op de verwevenheid van deskundigenbewijs en plaatsopneming in het verleden (par. 3.5).2 Bij de blik in het verleden zal herhaaldelijk naar voren komen dat deskundigen-bewijs vanouds wordt gebruikt om tot een zo waarheidsgetrouw mogelijke beslissing te komen.