RBP 2021/100
Verzettermijn. Wanneer begint bij een buitenlandse gedaagde een verzettermijn te lopen en wie moet bij een ondeelbare rechtsverhouding de niet-verschenen gedaagden oproepen?
HR 01-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1407
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/00658
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS628219:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1407, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
Ondeelbare rechtsverhouding. Verstek. Verzettermijn.
Wanneer begint bij een buitenlandse gedaagde een verzettermijn te lopen en wie moet bij een ondeelbare rechtsverhouding de niet-verschenen gedaagden oproepen?
Samenvatting
Feiten:
Forbet houdt de meerderheid van de aandelen in Fortuna. Forbet wil de minderheidsaandeelhouders uitkopen en lokt daarover een verstekuitspraak bij de Ondernemingskamer (OK) uit. Een groep van minderheidsaandeelhouders komt daartegen binnen acht weken na de aangevangen executie in verzet. De OK oordeelt dat dit tijdig is gedaan. Daarbij oordeelt de OK dat een redelijke wetstoepassing meebrengt dat de verzettermijn acht weken is nu gedaagden zich in het buitenland bevinden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.