Einde inhoudsopgave
Besluit particuliere participatiemaatschappijen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 11-05-1994
- Bronpublicatie:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een aanvraag om erkenning als particuliere participatiemaatschappij wordt ingediend, vergezeld van de volgende bescheiden:
- a.
indien het betreft een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:
- 1°
de statuten van de vennootschap;
- 2°
een opgave van de samenstelling van het bestuur en voor zover aanwezig van de raad van commissarissen van de vennootschap;
- 3°
een opgave van de aandeelhouders van de vennootschap;
- 4°
een opgave van het aantal aandelen in het kapitaal van de vennootschap dat ieder van de aandeelhouders houdt en van het op ieder aandeel gestorte bedrag;
- 5°
een globale raming van de omvang en het aantal van de activiteiten voor de eerste drie jaar, vergezeld van een kostenbegroting;
- b.
indien het betreft een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap:
- 1°
de overeenkomst waarbij de vennootschap is aangegaan;
- 2°
een opgave van de vennoten en de niet-commanditaire vennoten;
- 3°
een opgave van de verplichtingen tot inbreng van kapitaal door de vennoten;
- 4°
een globale raming van de omvang en het aantal van de activiteiten voor de eerste drie jaar, vergezeld van een kostenbegroting.
2.
Aanvragen worden niet ingediend per telefax.