Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 149/2013 aanvulling Verordening (EU) nr. 648/2012 met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten
Artikel 10 Criteria om te bepalen van welke otc-derivatencontracten objectief kan worden vastgesteld dat zij risico's verminderen
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 52 (uitgifte: 23-02-2013, regelingnummer: 149/2013)
- Inwerkingtreding
15-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 52 (uitgifte: 23-02-2013, regelingnummer: 149/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(Artikel 10, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
1.
Een otc-derivatencontract kan objectief geacht worden de risico's te verminderen die rechtstreeks verband houden met commerciële activiteiten of treasuryfinancieringsactiviteiten van de niet-financiële tegenpartij of van die groep wanneer het, als zodanig of in combinatie met andere derivatencontracten, rechtstreeks of via sterk gecorreleerde instrumenten, een van de volgende criteria vervult:
- a)
het dekt de risico's die voortkomen uit de potentiële wijziging van de waarde van activa, diensten, inputs, producten, grondstoffen of passiva die de niet-financiële tegenpartij of haar eigen groep in de normale loop van haar bedrijfsuitoefening in eigendom heeft, produceert, vervaardigt, verwerkt, aanbiedt, aankoopt, verhandelt, least, verkoopt of oploopt of redelijkerwijs verwacht in eigendom te zullen hebben, te zullen produceren, te zullen vervaardigen, te zullen verwerken, te zullen aanbieden, te zullen aankopen, te zullen verhandelen, te zullen leasen, te zullen verkopen of te zullen oplopen;
- b)
het dekt de risico's die voortkomen uit de potentiële indirecte impact op de waarde van activa, diensten, inputs, producten, grondstoffen of passiva als bedoeld in punt a), als gevolg van schommeling van rentevoeten, inflatiepercentages, wisselkoersen of kredietrisico;
- c)
het kwalificeert als een hedgingcontract ingevolge internationale standaarden voor jaarrekeningen (IFRS) die overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1) zijn goedgekeurd.
Voetnoten
PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.