RvdW 2016/6
Verjaring van in proces-verbaal van schikkingscomparitie vastgelegde vordering; verjaringstermijn; art. 3:307 lid 1 BW of art. 3:324 BW?
HR 27-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3423
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/04729
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3423, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1715, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2014
- Wetingang
Art. 3:306, 3:307, 3.324 BW; art. 87 Rv
Essentie
Verjaring van in proces-verbaal van schikkingscomparitie vastgelegde vordering; verjaringstermijn; art. 3:307 lid 1 BW of art. 3:324 BW?
Indien tijdens een comparitie van partijen een schikking tot stand komt, wordt desverlangd een proces-verbaal opgemaakt waarin de verbintenissen worden vastgelegd die partijen als gevolg van die schikking op zich nemen. Hoewel de uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm (art. 87 lid 3 Rv), wordt daarin derhalve de overeenkomst van partijen vastgelegd. Art. 3:306 e.v. BW regelen de verjaring van rechtsvorderingen. Deze verjaring is tevens bepalend voor de verjaring van de met die rechtsvorderingen verbonden executoriale titels, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.