NJB 2016/1764:Internationale rechtsmacht. Een echtpaar met twee kinderen woont in Pennsylvania. In 2011 dient de vrouw daar een echtscheidingsverzoek in. In maart 2013 vertrekt zij met de kinderen naar Nederland. In april 2013 dient de man in Pennsylvania een verzoek in dat ertoe leidt dat de Amerikaanse rechter de vrouw beveelt de kinderen ter beschikking van de man te stellen. In het onderhavige geding in Nederland verzoekt de man om erkenning van de Amerikaanse uitspraak. Hoge Raad: 1. Uitleg van een buitenlandse rechterlijke uitspraak. Het oordeel van het hof dat het verzoek van de man van april 2013 moet worden beschouwd als te zijn gedaan binnen de in 2011 aanhangig gemaakte echtscheidingsprocedure, is van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk. 2. Internationaal aanvaardbare bevoegdheidsgrond. Prorogatie. Prorogatie door de ouders moet worden aangemerkt als een internationaal aanvaardbare bevoegdheidsgrond, mits een van de ouders in het betrokken land zijn gewone verblijfplaats heeft en ouderlijke verantwoordelijkheid over het kind heeft en het belang van het kind ermee is gediend